Mijn naaste verhuist naar een zorginstelling

Wanneer uw partner of ouder blijvend wordt opgenomen in een zorginstelling, dan komt er veel op u af. Uw dagelijkse leven verandert van de een op de andere dag. Maar ook op administratief en financieel gebied gebeurt er van alles. Wij hebben een aantal zaken voor u op een rijtje gezet. Klik hier voor een printversie

In deze flyer vindt u een korte samenvatting

Luister ook onze podcast over 'Mijn partner verhuist naar een zorginstelling'

In onderstaande tekst wordt voornamelijk over de partner gesproken, in veel gevallen kunt u deze informatie ook gebruiken wanneer uw vader of moeder naar een zorginstelling verhuist. Heeft u een vraag over uw specifieke situatie? Neem dan contact met ons op.

Administratieve zaken

Schrijf ik mijn partner in op het adres van de zorginstelling?
Dit moet binnen vier weken voor of uiterlijk vijf dagen na de verhuizing gebeuren. Meestal verzorgt de zorginstelling dit voor u. Zo niet, dan kunt u de verhuizing schriftelijk of persoonlijk doorgeven aan de gemeente waar uw partner is gaan wonen. Als samenwonende echtgenoten of geregistreerde partners mag u dit ook voor elkaar doen.

Wilt u dat de post van uw partner op uw adres blijft komen, zodat u alles snel ontvangt en er niets zoek kan raken? Dan kunt u bij uw eigen gemeente aangeven dat uw adres het briefadres van uw partner wordt. Hiervoor moet u een schriftelijke bevestiging van de zorginstelling aanleveren waaruit blijkt dat uw partner bij hen verblijft. Om het briefadres te regelen bij de gemeente maakt u telefonisch een afspraak, voordat u naar de gemeente toe gaat. Het is hiervoor nooit te laat; u kunt dit ook nog regelen nadat de zorginstelling het woonadres van uw partner heeft aangepast.

De gemeente past uw adres daarna aan in de Basisregistratie Personen (BRP). Wie hebben toegang tot de BRP? Onder andere de SVB, pensioenuitvoerders, het CAK, belastingorganisaties, notarissen, het CBS, de RDW, het CIZ, de GGD, ziekhuizen, organisaties voor rechtshandhaving en zorgverzekeraars.

Houdt mijn partner dezelfde huisarts? 
Uw partner valt normaal gesproken voortaan onder de behandelend arts van de zorginstelling waarnaar hij of zij verhuist. Maar als het gaat om een verzorgingshuis, dan houdt de cliënt (uw partner) over het algemeen zijn eigen huisarts. Voor u uw partner uitschrijft bij uw huisarts, kunt u dit dus het beste overleggen met de zorginstelling.

Waarom moet ik mijn woningverhuurder op de hoogte brengen?
Veel oudere huurcontracten staan op naam van de kostwinner, maar nieuwe huurcontracten staan vaak op naam van beide partners. In ieder geval moet u de verhuizing doorgeven aan woningverhuurder, want zij krijgen deze informatie niet automatisch door van de gemeentelijke administratie. Het huurcontract komt dan op naam achterblijvende partner en hij of zij kan eventueel huurtoeslag krijgen.  

Praktische zaken

Stopt mijn huishoudelijke hulp nu mijn partner naar een zorginstelling verhuist? 
Had u huishoudelijke hulp van de WMO en stond deze op naam van de partner die verhuist naar een zorginstelling? Dan moet u de verhuizing melden bij het WMO-loket van uw gemeente. In principe stopt de huishoudelijke hulp dan, tenzij u met WMO kan regelen dat de huishoudelijke hulp wordt voortgezet, maar dan op uw naam.

Wat gebeurt er met de hulpmiddelen van mijn partner?
Als uw partner hulpmiddelen (tillift, douchestoel, rolstoel) van de WMO en/of de zorgverzekeraar gebruikt, dan moet u deze inleveren. U kunt hiervoor zelf contact opnemen met de WMO en/of zorgverzekeraar. De hulpmiddelen die nodig zijn binnen de zorginstelling, verzorgt de zorginstelling. Iemand die u kan ondersteunen bij regeltaken rondom hulpmiddelen is de ergotherapeut, bijvoorbeeld die van de zorginstelling.

Financiële en juridische zaken

Kunnen mijn partner en ik nog wel gezamenlijk de bankrekening beheren?
Wanneer de mogelijkheid bestaat dat uw partner op den duur dan geen bewuste beslissingen meer kan nemen over regelzaken/ bankzaken (wilsonbekwaam), is het raadzaam dat hij of zij via de bank iemand een machtiging afgeeft voor zijn/haar bankrekening. Dit is echter alleen mogelijk op het moment waarop uw partner nog wilsbekwaam ter zake is. Wanneer u samen een en/of rekening hebt, hoeft u niets te wijzigen; u kunt als achterblijvende partner deze rekening blijven beheren.

Omdat u iets kan overkomen, is het raadzaam om formeel mensen aan te wijzen die het beheer van uw bankrekeningen van u overnemen als u het zelf niet meer kunt. Dit kunnen bijvoorbeeld uw kinderen zijn, of een andere naaste. De bank en de notaris kunnen u vrijblijvend informeren over de mogelijkheden (zie ook hieronder, bij Volmacht, etc.).

Moet ik belangrijke financiële beslissingen nu alleen nemen?
Wanneer u in gemeenschap van goederen bent getrouwd, of geregistreerde partners bent, moet u samen tekenen voor de verkoop van een gezamenlijk huis, een nieuwe hypotheek, kopen op afbetaling of het regelen van zaken bij de notaris. Als de opgenomen partner niet meer wilsbekwaam ter zake is om dit te doen, vormt dit een probleem, tenzij u een en ander heeft geregeld (zie onder, bij Volmacht, etc.).

Wat is het belang van een volmacht of levenstestament?
In een ideale situatie hebben u en uw partner toen u daar beiden nog toe in staat was (wilsbekwaam) een notariële volmacht afgegeven – aan elkaar, of aan uw kind(eren). Dit kan in de vorm van een losse volmacht om bepaalde financiële zaken te mogen regelen, of een volmacht als onderdeel van een levenstestament. Hierin legt u bij de notaris vast hoe u belangrijke zaken geregeld wilt zien, op het moment waarop u niet meer in staat zult zijn om zelf te beslissen.

Is er geen volmacht of levenstestament? Dan kan de kantonrechter het vermogen van de opgenomen partner onder bewind stellen. De bewindvoerder kan dan namens hem of haar handelen. Vaak wordt een partner of familielid aangesteld als bewindvoerder. Toch moet ook dan de kantonrechter vooraf toestemming geven wanneer het om belangrijke financiële beslissingen gaat.

Uw uitgaven en inkomsten

Betaal ik een eigen bijdrage voor de zorginstelling?
Voor het verblijf in de zorginstelling van uw partner betaalt u een eigen bijdrage aan het CAK. Deze wordt berekend op basis van uw gezamenlijke inkomen en vermogen van twee jaar geleden.

Echtparen betalen normaal gesproken de “lage” eigen bijdrage. Er bestaat ook een “hoge” eigen bijdrage, maar deze is alleen van toepassing op alleenstaanden en op echtparen die bewust kiezen voor ongehuwden AOW.

Betaalde u al een eigen bijdrage aan het CAK, voor voorzieningen van de WMO? Deze laagste van de twee eigen bijdragen komt dan te vervallen. Ook als de achterblijvende partner zelf voorzieningen nodig heeft uit de WMO, dan betaalt u samen alleen maar voor de hoogste eigen bijdrage van de twee.

Moeten wij ons huis en vermogen opeten?
Nee, als je fiscaal partners bent (doordat je getrouwd of geregistreerd partner van elkaar bent, of als gewoon samenwonenden een gezamenlijk eigen huis hebt) dan blijft het eigen huis waarin de achterblijvende partner woont volledig buiten beschouwing bij de berekening van de eigen bijdrage aan het CAK.

Het vermogen in box 3 telt voor een klein percentage mee bij de berekening van de eigen bijdrage. Het gaat dan alleen het vermogen boven het heffingsvrije vermogen (dit is in 2018 bijv. EUR 30.000 per persoon). In box 3 zit uw geld, beleggingen maar ook een tweede huis, zoals een recreatiewoning.

Welke kosten worden niet gedekt door de zorginstelling?
De kosten van de zorgverzekering, kleding, kleding wassen, kapper, gezamenlijke uitjes en persoonlijke boodschappen zoals koekjes komen voor uw eigen rekening.

Moet ik ook huurtoeslag aanvragen?
Met een WLZ-indicatie thuis in een huurhuis bestaat al een kans op huurtoeslag of hogere huurtoeslag. De belastingdienst kan namelijk toestemming verlenen om het inkomen van een van de bewoners niet mee te tellen in de berekening van de huurtoeslag, wat heel gunstig kan uitvallen. Dit kan van toepassing zijn in een overbruggingsperiode, wanneer de partner wel al een WLZ-indicatie heeft, maar nog op de wachtlijst staat voor een zorginstelling.

Wanneer een van de partners uiteindelijk naar een zorginstelling verhuist en dus wordt uitgeschreven van het huurhuisadres, dan bestaat de mogelijkheid dat de achterblijvende partner opeens recht heeft op huurtoeslag of recht heeft op een hoger huurtoeslag, afhankelijk van zijn of haar individuele inkomen en vermogen en het maandelijkse huurbedrag.

Om in deze situaties huurtoeslag of hogere huurtoeslag aan te vragen vult u het “Formulier Verzoek Bijzondere situatie huurtoeslag” in en stuurt het in naar de Belastingdienst.

Verandert mijn zorgtoeslag?
De zorgtoeslag verandert niet. Het maakt niet uit of u als toeslagpartners samen op een adres woont of allebei op een ander adres.

Wordt de waterschapsbelasting lager?
Het tarief voor een één of meer persoonshuishouden verschilt. De achterblijvende partner gaat automatisch minder betalen per 1 januari van het jaar volgend op de verhuizing naar een zorginstelling. Dit wordt in werking gezet door de gemeentelijke administratie.

Wordt de afvalstoffenheffing lager?
Het tarief voor een één of meer persoonshuishouden verschilt. De achterblijvende partner gaat automatisch minder betalen per 1 januari van het jaar volgend op de verhuizing naar een zorginstelling. Dit wordt in werking gezet door de gemeentelijke administratie.

Ga ik minder voor voeding betalen?
De kosten van de boodschappen voor voeding dalen wanneer een partner verhuist naar een zorginstelling. Op basis van de normbedragen van het Nibud komt dit al snel neer op ruim twee duizend euro per jaar.

Ga ik minder voor gas, water en licht betalen?
De kosten van gas en water dalen normaal gesproken enkele honderden euro’s op jaarbasis wanneer een partner verhuist naar een zorginstelling.

Moet ik mijn aanvullende zorgverzekering aanpassen?
Voor mensen die in een zorginstelling of verpleeghuis wonen, blijkt de aanvullende verzekering soms overbodig. Zo worden behandelingen bij de tandarts en fysiotherapeut bij de ene zorginstelling wel vergoed, terwijl dat bij andere instellingen niet zo is. Informeer goed bij de zorginstelling welke zorg wordt vergoed vanuit de indicatie en overleg of een aanvullende zorgverzekering nog zin heeft, en zo ja, waarvoor precies.

Kies ik voor gehuwden- of ongehuwden AOW?
Zodra een van de twee partners in de zorginstelling woont, ontvangt u een brief van de SVB, waarin u de keus krijgt om beiden in plaats van gehuwden AOW een ongehuwden AOW te ontvangen. Veel mensen denken dat zij daarvoor moeten scheiden, maar daar heeft het niets mee te maken. U krijgt deze mogelijkheid omdat u niet langer op hetzelfde adres woont. Dit geeft u beiden een hoger netto maandinkomen, maar het heeft mogelijk ook consequenties.

Onder andere (twee jaar later) voor de hoogte van de eigen bijdrage aan het CAK, voor huur- en zorgtoeslag, en soms voor het pensioen. Ook komt de eenmalige overlijdensuitkering van de SVB te vervallen als een van u beiden komt te overlijden.

En als de achterblijvende partner op een later moment ook in een zorginstelling gaat wonen, dan betaalt u beiden een hoge eigen bijdrage op basis van uw individuele inkomen. Om te weten of deze keuze gunstig of ongunstig voor u uitvalt, is het nodig om berekeningen te maken, want de uitkomst kan enorm verschillen per situatie. Het is niet iets om even snel te beslissen, vooral omdat u deze keuze later niet meer terug kunt draaien.

Moet ik samen met mijn partner aangifte inkomstenbelasting doen?
Ondanks dat u op verschillende adressen woont blijft u elkaars fiscaal partner, als u getrouwd bent. Dus u blijft ook samen aangifte doen voor de inkomstenbelasting. Hierbij is het belangrijk om goed te kijken hoe u het gezamenlijke vermogen onderling verdeelt in de aangifte; als u als achterblijvende partner bijvoorbeeld gebruik wilt maken van huurtoeslag, is het belangrijk dat niet meer dan € 30.360,- van het vermogen dat u samen had op 1 januari 2019 onder uw naam wordt gezet bij de aangifte inkomstenbelasting, omdat u boven dat bedrag geen recht heeft op huurtoeslag.

Kan ik mijn reiskosten ziekenbezoek aftrekken bij aangifte inkomstenbelasting?
Als u uw partner in de zorginstelling bezoekt en de afstand enkele reis van deur tot deur is groter dan 10 kilometer, dan kunt u reiskosten aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting. Als u met de auto reist gaat het om een bedrag van EUR 0,19 per gereden kilometer. Reist u met taxi of openbaar vervoer: dan kunt u de werkelijk gemaakte kosten aftrekken, mits u de bewijzen hiervan bewaart. U moet wel elkaars huisgenoten zijn geweest tot het moment van opname in de zorginstelling. Deze aftrek is van toepassing bij ziekte en/of invaliditeit van uw partner.

Heeft u hulp nodig?
Iedere situatie is uniek. Wilt u hulp bij het op een rijtje zetten van de consequenties in uw situatie, of bij het regelen van zaken, dan kunt u zich laten ondersteunen door een van onze mantelzorgmakelaars. Klik hier voor onze contactgegevens