‘Zorgaanbieder ziet vrijwilliger over het hoofd bij palliatieve zorg’

Zorgaanbieders denken nog te weinig aan de vrijwilligers die terminale patiënten kunnen helpen om hun laatste levensfase door te brengen waar zij dat willen. In bijna een derde van de gevallen sterven deze patiënten niet waar ze willen terwijl de speciaal opgeleide 12.000 vrijwilligers die ze daarbij kunnen helpen soms niet worden ingeschakeld. Dat zegt Carla Aalderink, directeur van Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ Nederland), in reactie op een rapport van de Algemene Rekenkamer. Die deed onderzoek naar de toegankelijkheid van de palliatieve terminale zorg.

Uit het rapport blijkt dat in drie van de tien gevallen het niet lukt om iemand te laten sterven op de plek waar die persoon dat wil. Het ministerie van Volksgezondheid heeft als uitgangspunt dat iedereen moet kunnen sterven op de locatie van hun voorkeur. ‘Soms lukt dat niet doordat de persoon bijvoorbeeld een klein sociaal netwerk heeft of de kinderen te ver weg wonen’, legt Aalderink uit. In die gevallen is het moeilijk om bijvoorbeeld mantelzorgers te vinden die mensen in hun laatste levensfase kunnen ondersteunen met de vaak intensieve zorg die deze patiënten nodig hebben.

Thuis

Vrijwilligers kunnen dan helpen met bijvoorbeeld waken, lichte lichamelijke verzorging en het ondersteunen bij het eten en drinken of de zieke in en uit bed helpen, vertelt zij. ‘Het kan een ontzettend fijne geruststellende gedachte zijn dat je kunt sterven waar je wilt, ondanks dat je een kleine sociaal netwerk hebt.’

Vooral iemand thuis laten sterven is vaak moeilijk om te organiseren. In vrijwel alle gevallen waarin mensen niet stierven op de plek van hun voorkeur, had thuis de voorkeur, bleek uit het onderzoek van de Rekenkamer. De helft van de mensen die thuis had willen sterven, is daar ook daadwerkelijk gestorven. De andere helft stierf in het ziekenhuis, in een hospice of in een verpleeg- of verzorgingstehuis.

Coördinatie

Dit heeft volgens de Rekenkamer vier oorzaken. Zo wordt het gesprek over de wensen bij het levenseinde soms te laat gevoerd waardoor er geen tijd is om alles te regelen. Ook zorgen patiëntenstops door zorgplafonds ervoor dat er extra zoektijd nodig is en is er een gebrek aan coördinatie bij zorgverleners. Verder komt de zorg in de thuissituatie soms helemaal niet van de grond door de discussie met verzekeraars over de vergoeding.

Volgens Aalderink zouden de VPTZ-coördinatoren onder meer de regierol op zich kunnen nemen, als ze tenminste snel genoeg worden ingeschakeld. ‘We zien echter dat de inzet van vrijwilligers in de thuissituatie regelmatig niet of te laat op gang komt. Er zijn regio’s waar er honderden werkzaam zijn, maar zorgaanbieders weten ons onvoldoende te vinden of kennen ons in het geheel niet.’

In 2019 begeleidden de vrijwilligers van de VPTZ-organisaties 13.240 mensen in hun laatste levensfase. Volgens Aalderink valt er ontzettend veel winst te behalen. ‘Vooral als je je bedenkt dat onze leden heel vaak horen dat zorgverleners eerder hadden willen weten van hun bestaan. Dan was het proces anders gegaan, is de boodschap.’

Zorgverzekeraars

VPTZ Nederland vindt verder de discussie over de vergoedingen vanuit zorgverzekeraars onbegrijpelijk. Het Zorginstituut heeft in 2019 de uitgangspunten uit de Zorgverzekeringswet voor intensieve zorg verduidelijkt, merkt Aalderink op. ‘Het is een gezond mechanisme dat zorgverzekeraars de doelmatigheid van de geïndiceerde zorg willen monitoren. Als zij daar echter vervolgens eigen meetinstrumenten voor inzetten die bij indicaties met veel zorguren leiden tot een lagere doelmatigheidsscore, hetgeen vervolgens in verslechterde contractvoorwaarden resulteert, heeft dit uiteindelijk ongewenste gevolgen voor de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg.’

‘Nu horen we soms dat het ingewikkeld is omdat de wijkverpleegkundige te maken heeft met een zorgverzekeraar die zegt dat het op is’, vertelt Aalderink. ‘In die zin gaan we als VPTZ Nederland nu ook actief het gesprek voeren met Zorgverzekeraars Nederland met als doel dat ze actief monitoren dat hun leden daar uniformiteit doorvoeren. Het klinkt mooi marktwerking, maar niet als de consequentie is dat mensen niet sterven op de plek van hun voorkeur.’

Zorgvisie, dinsdag 25 mei 2021

Beeld: Kristina Tripkovic

  • Zorgvisie
  • Palliatieve zorg
  • Vrijwilligers